Ontwikkeling glanshaverhooiland op maisakkers in uiterwaard Vianen

Expertise

De ontwikkeling van soortenrijke, schrale vegetatietypen op (zwaar) bemeste landbouwgronden is vaak alleen mogelijk door de fosfaatrijke toplaag te verwijderen en te sturen op P-limitatie. Het is echter niet altijd mogelijk of wenselijk om grond af te graven. Samen met Bureau Natuurbalans Limes Divergens en de provincie Utrecht heeft Onderzoekcentrum B-WARE een experiment uitgevoerd in de uiterwaard bij Vianen om glanshaverhooiland, een graslandtype dat van nature op matig voedselrijke bodems langs de rivieren langs komt, te ontwikkelen op circa 14 hectare voormalige maisakkers. De akkers varieerden sterk in voedselrijkdom (circa 1000-3000 µmol/l Olsen-P). Referentiemetingen in soortenrijke glanshaverhooilanden laten een Olsen-P streefconcentratie van circa 300-800 µmol/l bodem zien. Een deel van de akkers zijn het eerste jaar weer omgezet in maisakkers zonder mestgift en chemicaliën en een in ander deel werd meteen het glanshaver-verbond zaadmengsel in gezaaid na ploegen en bewerking met rotorkopeg. De graslanden worden in juni en september gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd.  De bodemchemie en de vegetatieontwikkeling worden nog steeds gevolgd.

De resultaten van de eerste groeiseizoenen zijn verbazingwekkend positief! Het eerste jaar trad er nog behoorlijk wat verruiging op met akkerdistel. Echter, na 2-3 groeiseizoenen treedt een prachtige vegetatieontwikkeling op.  Op circa 10 m2 worden vaak meer dan 30 verschillende plantensoorten met onder andere goudhaver, glanshaver, trilgras, rood zwenkgras, grote ratelaar, karweivarkenskervel, cichorei, margriet en vlinderbloemigen (diverse klaversoorten). Waarschijnlijk speelt stikstoflimitatie een belangrijke rol. Aanvullende metingen naar de bodemchemie en het bodemleven dienen uit te wijzen wat de studerende factoren en processen zijn voor deze succesvolle ontwikkeling en of dit succes op de lange termijn standhoudt! Wordt vervolgd…
 

Vianen maisakker