Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden
Een succesvolle omvorming van voedselrijke landbouwgronden naar soortenrijke natuur vereist meestal een forse verlaging van de voedselrijkdom. De hoeveelheid beschikbaar fosfaat in de bodem is namelijk sterk bepalend voor zowel de soortsamenstelling als de soortenrijkdom in graslanden. Wanneer de fosfaatconcentratie te hoog is, dan hebben snelgroeiende algemene soorten meestal de overhand.
Het verlagen van de fosfaatconcentratie in voormalige landbouwgronden kan door middel van een intensief verschralingsbeheer (uitmijnen) of afgraven. Beide maatregelen zijn kansrijk, mits ze op de juiste plekken en op de juiste manier worden uitgevoerd. Een vooronderzoek maakt niet alleen duidelijk in hoeverre uitmijnen of afgraven geschikt is om het fosfaat af te voeren. Het laat ook zien welke natuurtypen er in het gebied kunnen ontstaan. Deze informatie helpt bij het optimaal inzetten van het beschikbare budget en het maximaal benutten van de mogelijkheden van de beschikbare landbouwgronden.
Concreet beantwoordt een vooronderzoek de volgende vragen:
- Welke gebieden zijn geschikt voor de ontwikkeling van soortenrijke natuur?
- Welke methode is het meest geschikt om de natuurontwikkeling te realiseren?
- Wat is de verschralingsduur van de huidige toplaag en onderliggende bodemlagen?
- Op welke manier kan het uitmijnen in de praktijk worden uitgevoerd? (optioneel, hiervoor werken wij samen met het Louis Bolk Instituut)
- Tot op welke diepte moet de bodem worden afgegraven?
- Welke natuurtypen kunnen na herinrichting op de verschillende plekken tot ontwikkeling komen?
- Welke aanvullende inrichtings- en beheermaatregelen zijn noodzakelijk of gewenst?
Meer informatie vindt u in de brochure 'Van landbouw naar natuur' die is opgesteld door Onderzoekcentrum B-WARE en het Louis Bolk Instituut. Deze brochure biedt handreikingen voor het efficiënt en effectief omvormen van voormalige landbouwgronden. Heeft u nog verdere vragen over een vooronderzoek, de methodiek of de kosten? Of wilt u een brochure ontvangen? Neem dan contact op met Onderzoekcentrum B-WARE. De contactpersoon is Mark van Mullekom.